Fajar Baru

EEN NIEUWE DAGERAAD!

EEN NIEUWE DAGERAAD!

ONS DOEL IS OM VERLATEN KINDEREN EEN BETER LEVEN TE GEVEN IN DE OPVANGTEHUIZEN VAN FAJAR BARU

Fahran en zuster Gaudentia

Zuster Gaudentia en Koen Vondenbusch in Bali

Clement Schreurs, een Vlaamse pater in Jakarta, zorgde voor de oprichting van Yayasan Fajar Baru

Kinderen van Cimanggis met leden van Fajar Baru op uitstap naar een pretpark in Jakarta, 2017

Het ontstaan van Fajar Baru

Verlaten kinderen in Cimanggis 

Ons verhaal begint in 2011 toen zuster Gaudentia van het Filip Neri Klooster in Sint-Niklaas op zending was in Indonesië. Zij verbleef toen bij een bevriende zusterorde in Cimanggis, een voorstad van Jakarta. Zuster Gaudentia was erg aangeslagen door de armoede en het vele leed dat zij in Indonesië zag en waarvan veel kinderen het slachtoffer waren. Zij kwam in het klooster van Cimanggis rechtstreeks in aanraking met het lot van weeskinderen en van kinderen die om een of andere reden door hun ouders verlaten waren. Zo zou ze nooit vergeten hoe er tijdens haar verblijf een jongetje door zijn vader naar het klooster werd gebracht omdat hij niet in staat was het verder bij te houden en op te voeden. Dat probleem moest volgens zuster Gaudentia dringend opgelost worden. En daarvoor was hulp uit België nodig!


Fajar Baru België

Na haar verblijf in Indonesië nam zuster Gaudentia contact op met Koen Vondenbusch en in juni 2012 richtten ze samen de feitelijke vereniging Fajar Baru op. Het jaar daarop werd deze vereniging omgevormd tot een vzw (Vereniging zonder Winstoogmerk). Fajar Baru is Indonesisch en betekent “Nieuwe Dageraad”, een nieuwe toekomst dus voor kinderen die door omstandigheden zonder ouders door het leven gaan.


Fajar Baru Indonesië

Nog hetzelfde jaar, in augustus 2012, kreeg de vzw een partner in Indonesië door de oprichting van een gelijknamige vereniging, namelijk Yayasan Fajar Baru. Yayasan betekent vzw en ook deze vereniging heeft als doel de verbetering van het lot van de kinderen in het klooster van Cimanggis. De Belgische vzw en de Indonesische yayasan zijn dus uit hetzelfde initiatief ontstaan en werken voor hetzelfde doel, maar ze zijn volledig onafhankelijk van elkaar.


Doelstellingen

Een tehuis voor de kinderen

De eerste doelstelling van de vzw Fajar Baru was de verbetering van het lot van de kinderen die in het klooster in Cimanggis werden opgevangen. Terwijl de meisjes en de kleuters aanvankelijk in het klooster verbleven, werd er voor de jongens al spoedig een huis in de nabijheid van het klooster gehuurd. 


Dat de zusters in hun klooster veel kinderen opvingen en verantwoordelijk waren voor hun verzorging en opvoeding, was alles behalve een ideale oplossing die ook moeilijk te rijmen viel met de doelstellingen van hun eigen kloosterleven. Bovendien groeide het aantal opgevangen kinderen er voortdurend en in 2016 waren er al een tachtigtal kinderen.


Tegelijkertijd was het klooster veel te klein voor zoveel bewoners. Het gebouw was erg verouderd en er ontbrak het nodige comfort op gebied van sanitair, slaapgelegenheid en keuken. Een eigen en goed uitgeruste behuizing voor de kinderen werd daarom de eerste doelstelling van Fajar Baru.


Voor de uitbouw van een opvangcentrum voor de verlaten en verwaarloosde kinderen in Cimanggis begon de vzw Fajar Baru onmiddellijk na haar oprichting geld in te zamelen dat rechtstreeks naar haar project in Indonesië moest gaan. Op die manier zouden er geen overbodige onkosten zijn en kon al het ingezamelde geld integraal aan het project worden besteed. Ook vandaag nog werken de leden van Fajar Baru volledig op vrijwillige basis zonder enige vergoeding.


Mettertijd werden de doelstellingen van Fajar Baru ruimer. Enerzijds werd duidelijk dat Fajar Baru ook aandacht moet besteden aan de opvoeding en het welzijn van de kinderen. Anderzijds ging de aandacht ook naar Bekasi, een andere voorstad van Jakarta en gelegen op een vijftigtal kilometer van Cimanggis. In Bekasi bevindt zich nog een klooster van dezelfde zusterorde. Aan dat klooster is ook een school verbonden waar de kinderen van Fajar Baru hun lager onderwijs volgen. Helaas verblijven de kinderen er in oncomfortabele en ongezonde gebouwen. Ook daar is dus nood aan betere behuizing voor de kinderen.


Een bijzonder aandachtspunt is de opvolging van de jongeren die 18 jaar worden. Zij moeten op die leeftijd het klooster verlaten en meestal wordt er nadien niets meer van hen vernomen. Door verdere contacten met hen uit te bouwen zou Fajar Baru deze jongeren nog een tijdje verder kunnen ondersteunen en tegelijk kunnen de zusters een en ander leren over hun opvoedingssysteem en pedagogische aanpak.

Zuster Gabriella, kloosteroverste van Cimanggis, te midden van haar team van zusters

Een van de eerste inzamelacties voor Fajar Baru, Sint-Niklaas 2012

Slaapzaal voor de kinderen in het opvangtehuis in Bekasi, 2022.

Verwezenlijkingen

Mislukte plannen op een waardevolle grond

Fajar Baru bestond nog geen jaar toen er in Bekasi een stuk grond van 1,85 hectare kon worden aangekocht. De kostprijs bedroeg 253.425 euro. Er werden spoedig mooie plannen gemaakt om er een uitgebreid opvangcomplex voor kinderen uit te bouwen. Helaas kon Fajar Baru die plannen niet verwezenlijken omdat de gemeente na protest van buurtbewoners geen bouwvergunning toekende. Het was een ontgoocheling, maar de aankoop van de grond was niet helemaal verloren. Hij is intussen sterk in waarde gestegen en de zusters zijn er een landbouwproject begonnen. Zo levert de grond het klooster voedsel en inkomsten op. Maar voor verdere bouwplannen moest elders worden uitgekeken.

Een tehuis voor de meisjes

In 2015 kocht Fajar Baru in Cimanggis op zo’n 200 meter van het klooster voor ongeveer 60.000 euro een stuk grond van 2,5 are met daarop een oud huis. In 2016 werd het bestaande huis afgebroken en werd begonnen met de bouw van een tehuis voor de meisjes. In juni 2017 konden de meisjes hun intrek nemen in een gloednieuw, aangenaam en comfortabel gebouw dat plaats biedt aan 20 tot 30 personen. De totale bouwkost bedroeg ongeveer 110.000 euro.

Het servicegebouw

Het was een mooi toeval dat in dezelfde periode recht tegenover het meisjeshuis nog een stuk grond van 5 are, eveneens met een oud huis, te koop kwam. Ook dit werd door Fajar Baru aangekocht (ongeveer 100.000 euro) en grondig gerenoveerd (voor zo’n 60.000 euro). Eind 2017 kon het in gebruik worden genomen als servicegebouw. Het heeft onder meer een grote keuken die de verschillende leefgroepen kan bedienen en opslagruimten en kamers voor de zusters.

Een tehuis voor de jongens

En dan was er in 2017 het geluk dat Fajar Baru op nauwelijks 100 meter van het klooster voor 170.000 euro nog een stuk grond van 5 are kon kopen met daarop een woning. In 2018 begonnen de werken om deze woning te verbouwen tot een tehuis voor de jongens. Ook deze werken verliepen voorspoedig zodat de jongens in mei 2020 de oude huurwoning konden verlaten om hun intrek te nemen in een gloednieuw en ruim gebouw dat plaats biedt aan 40 personen.

Landbouwactiviteiten op de grond in Bekasi.

Het nieuwe opvanghuis voor de meisjes

Het servicegebouw

Het nieuwe jongenshuis

Organigram van Fajar Baru

Krist

Lena

Zezy en Mario

Zezy Maria Gracillia. Zezy werd op 22 februari 2009 geboren in Bogor (Java). Haar vader is overleden en zij verblijft sedert 2019 in het opvangtehuis.

Mario Ferrer Cipto Mangun Kusumo. Mario werd geboren in Depok (Java) op 5 april 2015. Hij verblijft sedert 2018 in het opvangtehuis. Mario is een van de kinderen die er terecht komen alhoewel de ouders nog leven, maar niet in staat zijn om hun kinderen te onderhouden. De ouders van Mario zijn ‘Pemulung’. Dat zijn arme mensen die in vuilbakken en op openbare plaatsen (langs de wegen, op stranden, in rivieren …) allerlei recycleerbaar afval bij elkaar zoeken, bijvoorbeeld metaal, plastiek en papier. Dat afval verkopen ze dan aan bedrijven die het verwerken.

De kinderen

Waarom opvang in het klooster?

Niet alle kinderen, die door Fajar Baru in het klooster van Cimanggis opgevangen worden, zijn weeskinderen. De meeste kinderen zijn afkomstig uit arme gezinnen waarvan de ouders niet in staat zijn hun kinderen zelf te onderhouden. Daarnaast zijn er kinderen die volledig of gedeeltelijk weeskind zijn en kinderen waarvan de ouders gescheiden zijn. Demeeste kinderen zijn katholiek, maar er zijn ook kinderen met een andere godsdienst.


In steden als Jakarta wonen enorm veel straatarme gezinnen en hun aantal neemt voortdurend toe. Indonesische steden hebben immers een enorme aantrekkingskracht op families uit het platteland. De stad biedt voor de meesten van hen echter ook geen uitweg. De meeste plattelandsvluchtelingen vinden er geen nieuwe job en komen van de regen in de drop. Uiteindelijk vertrouwen sommige ouders hun kinderen toe aan de zusters van Cimanggis in de hoop dat deze hen een betere toekomst kunnen bieden.


Op het ogenblik van de stichting van de vzw Fajar Baru (2012) bevonden zich in het klooster van Cimanggis een veertigtal kinderen. En dat aantal bleef maar toenemen. In 2016 waren er een tachtigtal kinderen, in juni 2022 was hun aantal opgelopen tot 102 en in augustus 2022 zelfs tot 134. Die laatste toename kwam vooral door de komst van 23 kinderen uit Lembata en Papoea. De kinderen uit Lembata zijn vluchtelingen als gevolg van een vulkaanuitbarsting in 2020, die van Papoea zijn kinderen uit arme gezinnen.


Krist
Ik ben geboren te Belitung, een eiland in de straat van Karimata, 1200 km van Cimanggis. Ik ben mijn vader verloren op mijn vierde. Ik geef toe dat ik geen gemakkelijk kind was, een koppig kind zelfs. Nu kan ik het wel zeggen, maar toen was ik mij er niet van bewust. Op mijn zesde verhuisde ik samen met mijn oom naar Jakarta. Doorheen de jaren werd onze toestand niet beter maar erger en uiteindelijk heeft Fajar Baru mij in 2018 opgevangen. Mijn moeder woont nog in Belitung en mijn oom in Jakarta. De zusters kunnen hem contacteren indien nodig.


Lena
Ik vind Lena een mooie meisjesnaam. Maar eigenlijk heet ik Maria Magdalena Julia Usfomeni. Ik ben 17 jaar en ben geboren in Bekasi, een kleine stad ten oosten van Jakarta. Sinds mijn kindertijd werd ik geconfronteerd met familieproblemen. Mijn ouders deden niets anders dan ruzie maken. Op een dag vertrok onze mama van thuis met mijn kleine zus. Ik wist niet waar ze naartoe ging. Ze is nooit teruggekomen. Mijn grote broer kon deze situatie niet aan en hij ging ook weg, op zoek naar mama.


Ik weet niet of ik een moeilijk karakter heb, maar ik kreeg dikwijls slaag van mijn papa. Ik was echt ongelukkig! Ik ging veel uit, wilde de wereld buiten ons huis zien, vrij zijn. In onze wijk heeft niet elk huis een internetverbinding. Daarom ging ik hier en daar naar een internetshop. Daar kan men internet gebruiken. Ik gebruikte sociale media om vrienden te zoeken. Die heb ik gevonden. Maar het waren niet de juiste vrienden. De gevolgen ervan waren dat ik begon te roken, drinken en uitgaan. Ik ging niet meer naar school sinds het eerste middelbaar.


Toen bracht mijn oom mij naar dit opvanghuis. De zusters hebben mij met open armen ontvangen. Hier in het opvanghuis leren we leven met liefde voor elkaar. De zuster voeden ons streng op, maar rechtvaardig. Wij leren om met veel kinderen onder één dak samen te leven. In het begin was het heel moeilijk, maar na een tijdje ging het beter. De zusters sturen ons naar school, wat in mijn familiesituatie onmogelijk was. Ik ben heel gelukkig dat ik een kans krijg om te studeren. Later wil ik letterkunde studeren. Ik hoop dat ik mijn droom waar kan maken.

Onthaal in Cimanggis tijdens de inleefreis van 2019

Onthaal in Cimanggis tijdens de inleefreis van 2019

Bezoek aan het boeddhistische complex van Borobodur in Midden-Java tijdens de inleefreis van 2015

De Inleefreizen

Regelmatig - in principe om de 18 maanden - organiseert Fajar Baru een inleefreis naar Indonesië. Niet alleen bestuursleden nemen deel aan de reis. Iedereen die dat wenst kan er zich voor inschrijven. In de eerste plaats staat op het programma een bezoek van enkele dagen aan het klooster van Cimanggis. Voor de bestuursleden beantwoordt dit bezoek aan de noodzaak om ter plaatse de stand van zaken op te volgen en verdere afspraken te maken met de Indonesische partners. Tegelijk kunnen alle reizigers intensief kennis maken met het klooster en zijn bewoners.


Een andere belangrijke doelstelling van de inleefreizen is het land, zijn bevolking en cultuur beter te leren kennen. Daarom volgt na elk bezoek aan Cimanggis een toeristisch gedeelte van een tiental dagen aan een Indonesisch gebied. Zo werden Java, Bali, Sulawesi, Flores en Sumatra bezocht. De inleefreizen zijn ook een middel om geld voor het project in te zamelen. De reissom is gematigd en de deelnemers krijgen beslist waar voor hun geld. Een deel van de reissom gaat naar het project. Tenslotte geven de inleefreizen Fajar Baru bekendheid, niet alleen bij de deelnemers, maar ook bij hun familieleden en kennissen. Enkele deelnemers aan de inleefreizen zijn intussen actieve medewerkers geworden om de vzw te promoten of om geld in te zamelen.


VZW Fajar Baru© 2024 v1. - Privacybeleid

1200px

768px

480px

320px

Deze website maakt gebruik van cookies. Zie onze Privacybeleid voor meer informatie.

OK